II. den Gouverneur der provincie diens leedwezen daarover was betuigdnadat voor de algemeene vergadering in het volgende jaar Schouwen was aangewezen ging men tot het doen van voorstellen over. Onder dezen waren de meest belangrijke deels een voorstelstrekkende om het onderwijs ten platten lande met den Landbouw in betrekking te brengeu deels een ander, dat met den bouw der meekrap naauw verbon den was. Dit laatste vooral trok de aandacht der vergadering, te meer daar de Voorzitter zijne zienswijze iu een kort opstel mededeelde. De gevoelens der aanwezigen moes ten over deze tijds-quaeslie wel uiteenloopen. Het was derhalve geen ongelukkig denkbeeld om een nader en naauwkeurig onderzoek dienaangaande op te dragen aan eene Commissiezamengesteld uit leden der Maat schappij inwoners van die districten waar de meede tot de inheemsche planten behoort. Moge dat onderzoek op nieuw voor Zeeland de goudmijn openen die door vreem de mededinging in later jaren minder overvloedig op levert! Proefnemingen te TVilhelminadorp Bij het sluiten der Algemeene Vergadering, had de Voorzitter het verlangen te kennen gegevendat de leden des namiddags zich naar het nabijgelegen Wilhelmina- dorp mogten begeven om daar van eenige proefnemin-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 173