92 gen geluigen te zijn, en, zoowel de zaak zelve, als het uitlokkende weder, spoorde velen aan, om aan hetzelve te voldoen. De weg, die naar het gezegde dorp voert en die altijd den minnaar van schoone vergezigten boeit, had thans eene dubbele bekoorlijkheid, daar hij met wandelaars en voertuigen als bezaaid was en het nitzigt vergunde op do nationale kleuren, die zich van het torentje der eenvoudige dorpskerk en uit de schilder achtige rei der nette woningen aan het oog vertoonden. Op eeue lommerrijke weide aan het einde van het dorp was eene welingerigte tent tot den ontvangst der bezoe kers gereed eene landelijke inrigling geheel in overeen stemming met het landelijke feest. Het kon niet anders of het denkbeeld moest ons tref fen dat daar, waar voor niet vele jaren onstuimige golven de oevers beukten thans eene welige landouw ligt uitgestrekt - het denkbeeld.dat daar, waar de hulk in den rug der wateren diepe voren ploegdethans het blinkend kouter schatting afdwingt aan den grond,die aan de baren ontwoekerd werd. Op eenen geringen af stand van de plaatswaar men zich vereenigd hadbe vindt zich de waarlijk bezienswaardige hofstede Goenje en het was zoowel op het erf, tot deze behoorende, als op de omliggende landerijen dat men onderscheiden werktuigen van later uitvinding beproefde. Op de eerstgenoemde plaats werd eene Engelsche hand- karn door eene net uitgedoste boerin in werking gebragt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 174