f 2 IIED YAW DEBOKA. bigtirbn v. Looft den Heer, laat ons vermelden Zijne trouw en wonderdaan Hij maakte Isb'els vorsten helden Die zich aan de spitse stelden Tuurde 't volk tot geestdrift aan, Dat zij allen willig snelden Om hun haatren uit hun velden Te verdrijven en verslaan. Leent, Koningen, mij de ooren! Wilt mijn lied en lofzang hooren; Vorsten, 'k zing uw God en Heer! Hij zag reddend op ons neêr, Hij ontwrong ons der gevaren 'k Wil nu jubeltoonen paren Aan den klank der zilvren snaren 'k Zing uw helper, God ter eer! Heer wiens goedheid wy verhoogen Toen Ge in glansrijk alvermogen Van uit Se'ïr waart getogen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 188