f 2
IIED YAW DEBOKA.
bigtirbn v.
Looft den Heer, laat ons vermelden
Zijne trouw en wonderdaan
Hij maakte Isb'els vorsten helden
Die zich aan de spitse stelden
Tuurde 't volk tot geestdrift aan,
Dat zij allen willig snelden
Om hun haatren uit hun velden
Te verdrijven en verslaan.
Leent, Koningen, mij de ooren!
Wilt mijn lied en lofzang hooren;
Vorsten, 'k zing uw God en Heer!
Hij zag reddend op ons neêr,
Hij ontwrong ons der gevaren
'k Wil nu jubeltoonen paren
Aan den klank der zilvren snaren
'k Zing uw helper, God ter eer!
Heer wiens goedheid wy verhoogen
Toen Ge in glansrijk alvermogen
Van uit Se'ïr waart getogen,