Zij hebben u gehoor gegeven
Enmet versmading van hun leven
Gekampt tot Barak overwon.
Hoe vrolijk zijn zij voorlgetreden
He vorsten Kanaiins, zij streden
Als spotteren met Isr'els magt
Gelijk een reus den knaap belacht,
Bie baardloos hoofd en tengre leden
Wil tegenstellen aan zijn kracht.
Zoo streden ze aan Megiddoos waatren
Bij Karmels voet, te Tanaiich,
Maar 't zegeroepen, 't zorgloos schaatren
Van Isr'ees te verblinde haatren
Verkeerde spoedig in geklag.
Wel mogten hunne duizendtallen
Zoo daverend viktorie schallen
Wel huppelen bij feestgeluid
Geen scherfken zilvers werd hun buit
De Hemel deed hun glorie tanen
De starren traden uit haar banen
En streden tegen Sisera
En Kizon deed van uit zijn wellen
Vernielend trotsclie stroomen zwellen,
En joeg den ijdlen snoever na.