Zij hebben u gehoor gegeven Enmet versmading van hun leven Gekampt tot Barak overwon. Hoe vrolijk zijn zij voorlgetreden He vorsten Kanaiins, zij streden Als spotteren met Isr'els magt Gelijk een reus den knaap belacht, Bie baardloos hoofd en tengre leden Wil tegenstellen aan zijn kracht. Zoo streden ze aan Megiddoos waatren Bij Karmels voet, te Tanaiich, Maar 't zegeroepen, 't zorgloos schaatren Van Isr'ees te verblinde haatren Verkeerde spoedig in geklag. Wel mogten hunne duizendtallen Zoo daverend viktorie schallen Wel huppelen bij feestgeluid Geen scherfken zilvers werd hun buit De Hemel deed hun glorie tanen De starren traden uit haar banen En streden tegen Sisera En Kizon deed van uit zijn wellen Vernielend trotsclie stroomen zwellen, En joeg den ijdlen snoever na.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 194