127
polders in het rijfde district ran Zeeland en een gedeelte
ran Oost-Vlaanderen te bevorderen, niet lijn bereikt;
twee werkingen, die trouwens dermate tegen elkander
overstaan, dat de eene niet, dan ten nadeele ran de andere
kan worden bevorderd. Voorde scheepraart toch is, voor-
al voor zeeschepensteeds een hoogo- en roor de suatie
der polders een lage-waterstand noodig. Deze belangen
zijn dan ook zoo tegenstrijdig bevondendat bij het op
den 5 November 1842 tusschen Nederland en Belgie ge
sloten, verdrag, is bepaald, dat het kanaal geheel voor
de scheepvaart zal blijven bestemd, en er afzonderlijke
uitwatorings- of stroomkanalenzoo wel oost- als west
waarts van hel hoofdkanaal zullen worden aangelegd,
om de wateren, die Belgie aanvoert en uit de polderlanden
afkomen, naar zee te loozeu.
De opening van het tot hier toe beschreven kanaal
heeft plaats gehad op den 18 November 1827, verjaardag
van wijlen H. M. Neërlands Koningin bij welke gele
genheid tweo gedenkpenningen zijn geslagen een groote
in goud, zilver en brons, en een kleine in zilver en
koper. De groote heeft op de voorzijde hot borstbeeld van
Koning Willem I, met het randschrift: Guilielmns I
Belgarum Rex.[') Op de keerzijde ziet men op den
voorgrond, in eeue liggende houding.de Riviergodin de
Schelde dragende een hoorn des overvloeds in den lin
kerarm en houdende cenige korenaren in de regterhand.
Aan hare voeten stroomt het nieuwe kanaal door de
Wihiï I, Koning der Nederlanden.