134 ee in meer (plus) en geweer, gelijk men de zamentrek- king duidelijk doet hooren Tan teer(ran teeder) in on derscheiding van teer (houtverw Tan hars). Eren zoo met do o. Een Zeeuw Tindt een' kooper (spr. uit kauper, als in het Fr. aune, el) Toor zijn koper; hij eet kooien (hier is de uitspraak geen au maar als het ware owekowelen) maar stookt kolen, enz. Doch de regel met do o schijnt aan uitzonderingen onderhevig. Men zegt althans eren als de Hollander stroop (Toor siroop; wild stroopen is straupen), of eigenlijk met de e Tan verlengingstrope, en misschien staat die afwijking met de verlenging in Terbaud. Dat men voor haasten niet pogen maar poogen (paugen) zegt, heeft mij altijd doen vermoedendat niet de enkelegelijk men het algemeen voorschrijftmaar de dubbele vokaalspelling voor dit woord gevorderd wordt. Of het moest behooren tot do vreemde afwijkingen in de uitspraak van welke geene reden te geven is. Zoo worden woord, koord, even als in het zuivere Hol- landsch uitgesproken; ook daarentegen als ank, strooksel als straukselklooster weder met eene kleine draaijing der dubbele oo als ware het eene zeer snelle uitspraak Tan Klowester. Oortje als Tierde Tan een stuiver heeft volkomen de Hollandsche uitspraakin de beteekenis van klein oor denzelfden draai als klooster. Heb ik onregt wanneer ik beweer, dat de Zeeuwsche uitspraak niet door vreemden kan nagebootst wordenzonder ieder oogen- blik bokken te begaan

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 216