135 4. De Yorenstaande opmerkingen hebben vooral betrek king op Schomven waar ik ook het best met de taal be kend ben. Daarom zullen onder de hier Yolgende woorden misschien enkele zijn bepaald aan dit eiland eigen en omgekeerd sommigen, die ook elders in gebruik zijn. Do lijst kan zeker nog aanmerkelijk worden uitgebreid maar ik geef in dit geheele stukje slechts proeve van op merkingen, die opgeene volledigheid aanspraak maakt. udëren (spr. uit als in het Fr. mère) bij verkorting voor aderen aderlaten. Avijtde Fijt, Balieleuning van eene brug en derg. Belielijkbaar. Bewindeklimop. Bilde dij. Blokkeelgezaagd en gekloofd brandhout. Blook, vrouwenmuil met houten zool, misschien van blok, als uit één stuk hout. Booghalster der paarden Boonzaaijertjeeene soort van kwikstaart. Boord, plank eener kas. Dicht, schrijfvoorbeeld in de school (misschien omdat het nog al dikwijls een gedichtje is?) Dokken, door tasting onderzoeken, b v, meekrap en aardappelen door uitgraving toetsen, denkelijk verwant met duiken. Het woord wordt ook gebezigd in den zin

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 217