van geld uilgeïen bijzonder gedwongen doch dan heet het meer opdokken. Doornappelkruisbes. Draaiboomdisselboom Tan een wagen. Dreeflaan. Drielingkleiner soort Tan boerenwagen: ook kleine aardappelen, en in het algemeen een in zijne soort kleiner voorwerp. Is het drie vierdeling} of mogelijk dwergeling. Dulvesloot, het gedolvene. Fooischoorsteen mantelook fooi geven onthalen bij bepaalde gelegenheid. Ge metlandmaat, omtrent Tan een Bunder, Genan naamgenoot. Handliavehandvatsel, een echt Hollandsch maar verouderd woord, waarover zie Yfeij, Taalk. jÉayim. op veroud. woorden des Bijbelsbladz. 33. Kelder of misschien elderuijer der dieren. Jongergens jong zijn, ergens geboren zijn. Juin. verkorting van ajuin. Kagchelveulen, Kammenetuitspraak van kabinet. Karopene chais. Keu varken. Kleensvatkleine zeef, om de melk doortezijgen Klippeluitspraak van knuppel. Klittekleefkruid, Zuidbev. prollen. Knijpknipmes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 218