138 mennen 't Is eigenlijk hel besturen der paarden, maar men zegt nooit personen mennen. Minbaker. Eene zoogster, in Holland min genoemd heet in Zeeland zoogmin. Mokzie Hemen. Molenaarmeikever, als ook elders, denkelijk om het als met meel bestoven zijn der schilden. Muitenhet ruijen der vogelen. Nieawejaarsmaand omschrijving van Januarij. Nikstaarthoos. Het schijnt te zijn nekstaart, om eenige gelijkheid aan den haarbundeldien de heeren in de nek plagten te dragen; maar het woord komt ook in Drenthe voor, en is denkelijk veel ouder,dan het wan staltige siersel. Olderdtijd, waarop de arbeid eindigt; b. v. het is 's avonds te zes ure olderd. Oole placenta van dieren. Oudejaarsmaandomschrijving van December. Plaatschol, zekere zeevisch. Put ketelaker om water te scheppen. PuntKikvorsch. ^«n/soew-penningen; opgeld bij eene verkooping. Reekrij Ridinegordijn; is het eene verbasterde uitspraak, of van het Fransche rideaux? Scheeldeksel. Schokkenturven van koemest, zoo als ze in het lage gedeelte van Schouwen gemaakt en gestookt worden. De

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 220