160
Daauwo helling heeft, dat men op dezelve gaat, als op De
een vlakken grond. Door deze ilaauvve helling worden mu
nu, op de uitnemendste wijze, twee oogmerken bereikt; tar
het verminderen van den aanslag der golven en het be- en
vorderen der regtstandige drukking van het water op vad
de helling, waardoor de dijk te vaster op zijn grondvlak 't a
wordt geperst. Wanneer wij nu in aanmerking nemen, ver!
dat vernuft en kunst al die waterweringen (de zeedijken een
in Zeeland hebben eene lengte van 110 uren gaans) door scht
paalwerken, steenstortingen, bckrammingen, rijsber- goe
men, enz. hebben weten te versterken, dan geldt dit I
wel als bewijs van hun streven naar vooruitgang, om ook
te behoudenwat zij gewonnen hadden. Wij noemen zuil
gaarne met den deskundige, dien wij hierboven aan- ond
haalden, onze voorvaderen onvergetelijk, die met zoo stor
veel moeite en vlijt, met zoo veel kunst en opofferingenziel
den bodem aan de baren ontwoekerd hebben, die juist do
daarom zoo vruchtbaar is. Gra
Dat alles werd toch heerlijk beloond. Zij kregen vrucht- der
bare, wel verzekerde akkers, en wisten daarvan het meeste Vla
voordeel te trekken. De vruchten en gewassenvoor hun- Zee
nen grond geschiktwerden zelfs van den vreemde ont- Zee
leend. Met zorg en vlijt werd de akkerbouw behartigd. ma!
Door eigen ïinding en overneming werden de werktuigen der
verbeterd, wier deugdelijkheid algemeen erkend werd. strc
Calaed, t, a. plt) Voorrede bl. 24.