166 is, verplaatsen, moeten wij nog herinneren, dat de Zeeuwen in 't begin der 16." eeuw reeds schepen uitzonden, om suiker naar de Canarische eilanden; dat zij zelfi ontdekkingstogten ondernamen, en met hunne zeemagt menigmaleu aan hunne Graven de uitstekendste diensten bewezen,zoodat ook hier toepasselijk is, wat Tobbel zingt: En waardoor anders zijn deez' Grafelijke Heeren Geklommen op den trap en hoogsten berg ran eeren Als door de zegening der scheepvaart, die den schoot Der landen maakte rijk, en hunne Torsten groot. Dat begreep een Kabel V, en hij stond ook zijnen Zeeutr- sche onderdanen vele vrijheden toe, maar zijn zoon Filips, zich hieraan niet bekreunendegaf spoedig be wijs, dat hij de Nederlanders naar willekeur regeren wilde. Door strenge plakkaten, onregtmatige eischen en verbodstelsel, die hij met geweld wilde handhaven, zou hij den edelen vrijheidsgeest, waardoor men hier bezield steeds naar vooruitgang streefde, hebben uitgebluscht, indien die geest niet sterker geweest ware, dan zijne magt. Wat vernietiging dreigde, werd het middel tot behoud en volmaking. Onder de eersten die zich van het dwang juk ontsloegen waren de Zeeuwen; en op den ingeslagen weg hebben zij volhard, eerst met geringe middelen en met vele opofferingen bijna geheel op zich zelve, daarna met hunne Hollandche broederen, en eindelijk in rer- eeniging met hunne landgenooten in de Noordelijke

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 248