en zij gingen steeds op zich zeivenook in bijzondere ondernemingen, Tooruit. Zij waren het. die de in het eind der 16.' eeuw reeds aangevangene kolonisatie in West- Indie doorzetteden vooral kort na het eindigen van liet bestand. Zij kozen daartoe de geschiktste plaatsen zorg den met voorbeeldigen ijver voor de uitrusting der kolo nisten; en de bezwaren, die daaraan toen verbonden waren, wisten zij te overwinnen Te midden dier sedert eeuwen zwijgende wouden, verspreidden zij leven, en stelden als eene nieuwe schepping daar. Door het vellen van het hout, kregen zij eenen vruchtbaren grond, en door het graven van kanalen naar de rivieren, gelegenheid, om de vruchten, die zij kweekten gemakkelijk te ver voeren zoodat er bij voorziening in eigen behoeften scheepsladingen naar het moederland werden afgezon den. Door hen is bewezen, dat de Europeer bij verstan- digen arbeid aldaar aarden kan. De Zeeuwschc kolonis ten na door het aanleggen van sterkten hunne koloniën in veiligheid gesteld te hebben, zijn hier jaren lang met voordeel werkzaam geweest, en later, voor de om standigheden bukkende, hebben zij moeten opgeven, wat zij steeds oordeelden dat met vrucht kon worden gedreven. Later is het door de Engelschen beproefd doch wordt verkeerdelijk als een uitvloeisel van Engelsch genie voorgesteld, dewijl het slechts volgen van der Zeeuwen voorbeeld was. Terwijl nu de Zeeuwen dit behartigden in vreemde

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 253