177 vroeger onbezochte oorden vestigden ('t welk in onze eeuw elders met goeden uitslag is nagevolgd) onzo her innering aan hunne kracht der vereeniging en der vol harding onder bezwaren: aan de wijze, waarop zij zich met vreemden verbonden aan hunne zucht, om wat zij deden goed te doen aan hunnen tact om het goede elders waargenomen in de overneming te verbeteren en eigen- dommelijk te maken, dat alles zal voor het nageslacht thans wel niet ongepast gerekend worden. Dat goede volge men na en het verkeerde, 't welk er tevens aan verbonden was ('t welk wij mede op eene andere plaats hebben aangewezen) vermijde men en zoo zal voor Zee land een nieuwe dageraad aanbreken. Er is nog ietswaarop wij in verband met bet be schouwde onzen blik voor het tegenwoordige vestigen moeten. Er is in Zeeland eene eigendommelijke nijver heid overgebleven dewelke voor verdere uitbreiding en verbetering vatbaar is, namelijk do landbouw op onze door de natuur zoo zeer gezegende gronden Maar die gronden zijn niet meer, wat zij weleer waren: met uit zonderingvan de later bedijktezijn de meeste uitgeput. Van hierdat bij de tegenwoordige bebouwingswijze hoe goed weleer, de meeste landlieden bij den geringsteu tegenspoed hunne pachten naauwelijks kunnen opbren gen zoodat de Zeeuwsche landbouw behoefte heeft aan vooruitgang, om mede te dingen met onze naburen en met hooger winst voortlebrengenwat de provincie kan

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 259