178 opleveren.Ook daartoe is de hand aan 't werk ge slagen. Indien de voor 2 jaren opgerigte maatschappij tot bevordering en aanmoediging van den landbouw en den veeteelt in Zeeland in haar edel doel slaagt, indien onze landbouwers die het met noeste vlijt zoo ver in de praktijk hebben gebragt, de moeite niet ontzien, om te leeren kennen, wat zij met voordeel kunnen toepassen, indien zij vooruit willen, dan is er eene heuchelijk ver schiet geopend. Dan zal door vooruitgang van den land bouw de arbeid toenemen en zelfs bij eene toenemende bevolking, toenemende armoede worden tegengegaau. De middelen tot dien vooruitgang zijn aangewezen, (f) Men heeft ze gedeeltelijk van den vreemde ontleend, maar als van toepassing voor ons voorgesteld en dit met wel geslaagde proeven bewezen. Het volgen daarvan is in den Onder de redenen, dat de landbouwers niet zoo vooruit gaan als weleer, rekent men mede, dat weinigen thans land eigenaren zijn, iets dat reeds van vroegere verochtering getuigt. (-{-) Men zie de beide in 1843 door de Commissie van Land bouw in Zeeland bekroonde verhandelingen. Door hiervan geen kennis te nemen en de beproefd bevondene middelen niet aante- wenden, zou men zich zelven te wijten hebben meerdere ver- achtering. Men leze ook de beide leerzame redevoeringen gehouden bij de 1en 2.' algemeene vergadering der Zeeuwsche maatschappij van landbouw, doordeszelfs voorzitter, waarin ten deze een heil zaam Provincialisme doorstraalt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 260