Tholen. Do stad Tholen duide het niet euvel, dat hare stem bij de Zeeuwsche stedestemmen boven bladz 121, door een toevallig verzuim niet is afgedrukt. Dit verzuim werd door afstand van de drukpers wel laat, maar ge lukkig niet te laat ontdekt De lezer van den Almanal hoore dus nog op onze laatste bladzijde de stem van Mijn toren en mijn kerek een stedeken vertoont Daer d' Eendracht loopt voorbijen d' eendracht binnei woon Van d'Eendracht hadd' ick last en sloot haeruijt mij straoten Toch haet ick als de pest all' wie maar eendracht hacten Ick heugh van Franschgewelt* en bruut in mijne vest *1712 *1542 lek legg' aen 't uijtersl oost van 't fiere Zeeuwscl gcwesl Steurt sich daer ijmandt aen: dan maghde spreuckm troosten De wijsen ,seght de Schrift, die quamen uijt hel Oostei H. M. C. t. 0.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 284