XXX.
VERSCHIL TUSSCHEN DEN WAREN
EN
MIDDELBAREN TIJD.
Even als vroeger, zijn alle tijdsopgaven in dezen
Almanak uitgedrukt in waren tijddat is, zoodanigen
als onmiddelijk en zonder eenige voorafgaande bereke
ning door eencn naauwkeurig gestelden Zonnewijzer
wordt aangewezen. Ten behoeve van hen, die, in het
bezit zijnde van zeer naatnuketirig loopend e uurwerken,
welke zij niet wenschen te verzetten verlangen moglen
den middelbaren lijd aangewezen te zien. volgt hier weder
eene opgave, hoeveel men bij den waren tijd moet op
tellen, of daarvan aftrekken,om den middelbaren tijd
te bekomen
Jannarij1, 2, bijtellen 4 min.
3, 5, 5
6, 7, 6
8, 9, 7
10-12, 8
13, 14, 9
15-17, 10
18-21, 11
22- 24, 12
25-29, 13
30,31, 14 r>