te Vlissingengedurende den zeeslag der onzen legen de Franschen en Engelschen, 7 Junij 3673 en Tan J. L. tas der Veiet bij de beschouwing van den brand der Groote Kerk te Zierikzee 7 October 3832 [6] Eindelijk kan ik hier nog met blijdschap bijTocgen, dat ttij in staat zijn gesteld om eenige tot nog toe on- uitgegeTeu gedichten Tan Bellamij [c] één zelfs in gelukkige nabootsing Tan zijn handschrift \d\ mede te deelen gelijk drie Terzen in zijn Album [e] waarbij wij nog een dichtstukje Tan D. Dorbeck Tnz. aan Bel- eami[/] herinneren. Zietdaar, lezers eeue korte herinnering Tan den in houd onzer tien eerste jaargangen, Toor zoo Ter die betrekking heeft op ZeelandZeeuwen en het Zeeuwsche Gestreng heb ik mij bij de enkele opnoeming willen bepalen, want liadde ik in bijzonderheden nopens den inhoud en geest der stukjes willen treden of hadde ik mij hier en daar eene lofspraak laten ontTallen dan zou ik onbescheiden en onbillijk zijn geworden Voor zoo Ter het Tan ons af hangt YTant dit mag ik wel in naam san ons beiden zeggen zullen wij niets (a) i838 Bladz. 83. (b) 1837 Bladz. 127. (c) 1887 Bladz r 18, 120; i83g Bladz 76. d1837 Bladz. 120 (e) i838 Bladz 87, 88, 91, \f\ 1842 Bladz g5.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 94