voorbeuigt.
Bij de opening van het tweede tiental jaargangen
van onzen Almanakzien wij met genoegen terug op
het tot dusver verrigte en de gunstige ontvangstdie
aan ons Jaarhoekje heeft mogen te beurt vallen. Jiij
deze gelegenheid hebben wij niet ondoelmatig geacht
een kort overzigt te geven van hetgeen in hei eerste
tiental nopens Zeeland en Zeeuwen voorkomt, gelijk
de tweede onzer daarmede ditmaal hel Mengelwerk
opent. IIem doet het leed. diegenen welke het vervolgen
van zijne bijdragen uit de populaire Sterrekunde be
geerden weder te moeten te leur stellen. Werd hij het
vorige jaar verhinderd door de bezigheden aan zijne
verplaatsing verbonden; ditmaal heeft hem eene lang
durige ongesteldheid gedurende den nazomer en herfst
beroofd van tijdhoofd en lust tot dergelijken arbeid
en hem het bewerken van het eigenlijke Kalender werk
aangenaam noch gemakkelijk gemaaut. Het geen hij voor
het Mengelwerk bestemdewas reede vroeger vervaar
digd; hij hooptaanstaande jaar het aan de beurt
liggende over de Eklipsen te gevenen moet nog berigten