Onder dit opperbestuur stonden aan het hoofd van het Smedengilde een Overdeken met zijne Deke nen. De eerstgenoemde betrekking dagteekent van later tijd. Het was toch eerst in den jare 1756 bij gelegenheid van de installatie der Dekenen van de respective Gilden, dat er goedgevonden werd Overdekenen bij dezelve aan te stellen, opdat de Dekenenin geval van verschilzich tot hen zou den kunnen wenden. 1) De Dekenen stonden reeds vroeger aan het hoofd der Gilden, zoo als ons uit een Raadsbesluit van de 16,le eeuw bleek. Zij wer den eerst door de Regering gekozenwaartoe aan deze op den zondag voor Nieuwejaar eene lijst der Gildebroeders werd overgelegd. 2) Later kwam hierin ^eianderingblijkens het volgende extract uit de notulen van de Municipaliteit der stad Goes van maandag 9 Mei 1796: «Op het geproponeerde' «van de President der Municipaliteit, is goedgevon- «den en verstaan, alle dirigerende leden der gildens «binnen desze stad provisioneel te authoriseeren «zooals geschied bij deezen, om hunne respective gil- «debroeders ten spoedigsten en op bequame plaat sen bijeen te roepen ten einde onder approbatie «van de Municipaliteit deeser stad, aan te stellen «hunne respective dekenen en boekhouders, tot de «directie van de onderscheijdene gildens deezer stad «benoodigt zijnde, blijvende dezelve niet te min 1« 1} Zie de Notulen van 16 Jan. 1TS8. a. p, Jan, mo

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 122