zijnde, met overleg van'den Overdeken daarover uit spraak zouden doen. 1) Wij voegen hier alleen nog bij, dat zij voor de Hei vorming verpligt waren, om op den H. Sacramentsdag de Processie ter eere der Lieve Vrouw en desH. Sacra ments door hunne tegenwoordigheid op te luisteren, 2) en nog lang na de Hervorming tot eene bijdrage voor het onderhoud van de glazen desKerkgebouws. 3) Proeven. Twee jaren lang moest een leerling bij eenen der Meesters van het Gilde zich geoefend hebbeneer hij in hetzelve kon opgenomen worden. Had hij in dezen tijd zich aan niets schuldig gemaakt, waardoor hij van de vrijheid tot het doen eener proeve verstoken blijven moest, 4) dan kon hij na het eindigen van zijnen leer tijd daartoe overgaan. De plegtigheid had op den win kel van eenen der Dekenen plaats, ten overstaan van de Dekenen en later ook van den Overdeken. De aan staande broeder moest zijn proefstuk zelf maken en de Bestuurderen deden uitspraak over hetzelve. Dat proef stuk bestond Yoor eenen Slootmaker In het maken van een Voorhamer van tien Ponden 23 1) Zie de ordonnantie vau 1759 art. 25. S) Zie het ordonnantie hoek van Goes beginnende met het jaar 1568, eerste daar voorkomende stuk. 3) Zij bedroeg in het jaar 1690. en in eenige andere jaren de som van p. 1-6- Deze straf was bepaald voor eenen knecht, die de proef voor eenen Proefmecs- ,er maakte. Zie de ordonmrnf ie van het jaar 17 53, art. 7, en dre ran 189, art. 5.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 129