TsZTsTde verküopers van
"^:r-e^::boorl.s)
di:; "r^rr;:;rerhf b™-
in h t G 1. rreUMen 'eerling b,j Zijne ««teekening
in hetGildeboek 4) dat voor hem, die bij de beoor
herstellen; 1) en eindelijk voor vreemde ketellappers
klever oopers ef diergelijken. alsmede voor schaars.^
buiten H -' a<J W°0naChtis' wanneer zij op-of
ten de vrije jaarmarkt eenig stuk, onder het Gilde
behoorende, repareerden. 2)
reg'eraenten voorgeschreven wa-
datvoore" 0'nStSL'kl Voor ecne" "ieuvven Meester, 3)
deeling van een werk of van eene rekening, door de
verheden m het ongelijk gesteld werd, 5) dat voor oud-
J oper-, lm-, lood-en blikverkoopers 's jaarlijks
t onderhoud der kerkeg,azen, als tot andere C
ren galden, Spelden enz., gehouden waren. 6)
'J ^agen vroeger reeds, dat den Boekhouder de
en dat
P;ot was, eenmaal des jaars van zijne admini
stratie reken,ng te doen. Hier dan nog slechts een
woord over het gebruik, dat er van de Gildefond-
sen gemaakt werd.
Uit dezelve betaalde men het tractement van den
kerk ;'aaPtüt het Verhoud der
broeders""^ tbehoeft^ Gilde-
verteringen aan maaltijden en speel—
28
•J rwee scheil. a p. Ar, P0,,d