het Oudeland invloeideterwijl de bewoner van het Kapoenhof zijn vee geborgen had op zijne hoogliggende woning, en het zeewater eenige voeten hoog stond in zijne lager gelegene en afzonderlijk staande schuur. Zoo kunnen nakomelingen soms nog partij trekken van de voorzorg der voorvaderen. Ziedaar, lezer! wat ik u van het Godshuis van Sint- Maarten, uit vroegeren en lateren tijd,kon mededeelen. Gij ziethet zoo nuttig en weldadig Gesticht ging door ramp op ramp te gronde, hoewel het door de liefdadig heid van den edelen Frank van Borsf.le een' eeuwige duur was toebeschikt. Liefdeloosheid van anderen schijnt maar al te zeer eene medeoorzaak geweest te zijn, dat hetzelve slechts derdehalve eeuw in aanwezen bleef. Wij betreuren deszelfs vernietiging; want, bij de groote bevolking van Sint-Maartensdijk, eene plat telandsplaats, en nagenoeg 2000 zielen bevattende, die eeniglijk van den landbouw levenware een dergelijk Gesticht, tot verpleging van oude schamele lieden, ge wis allergewenscht; wij zouden echter hierbij verlangen, dat het Godshuis niet meer buiten, maar in deGemeente gelegen ware. Waterlandskerkje. J. Was. ■58— 93 y

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 199