Welkom, Lieve! zij de dag, Schoon u bij zijn morgenklimmen Gloed noch glans mag tegenglimmen Dié u 't leven geven zag Dag, die u ten heil moog' wezen, Schoon beroofd van scheppings pronk Vijf en twint'giiiaal verrezen Sinds u de Eeuwge 't aanzijn schonk. Schoon ik niets ten feestkrans vind', (Roos noch geurig kruid noch lcover Liet de gure herfst mij over 'k Heb toch beden voor mijn kind Die van sterker vuurglans gloeijen Uit des harten bron geweld Dan de bloemendie er bloeijen Op 't veelkleurigst Lenteveld. Lokk' dan roos noch bloem uw oog In 't verstervend stofgewemel, Hef toch niettemin ten hemel Dankbaar oog en hart omhoog

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 211