eene wonderbare, van onszelven onafhankelijke ver-
eenigiug van harmonisch geschapene harten.
Eindelijkoefent de goede smaak den grootsten
invloed op het uitwendig geluk en genot onzes levens.
Een mensch, rijkelijk met tijdelijke goederen bedeeld,
maar zonder smaakweet zijn vermogen niet zoo te
gebruiken, dat hetzelve hem gelukkig maakt; of hij
verspilt het in uitspattingen en verkwisting op onge-
bondene gastmalen, of hij begraaft het in zijne koffers,
of verteert het op eene wijze, die hem op verre na
dat genoegen niet verschaft, dat hetzelve hem geven
zoude, indien hij door hetzelve verborgene talenten
ondersteunde en uitlokte, om hare verdiensten in het
licht te stellen; of kunstenaars aanmoedigde, wier
gebrek aan geluksgoederen verhindert hunne kennis
te vermeerderen en zich door hunne uitvindingen te
kenmerken als nuttige, achtingwaardige leden der
maatschappij. Uitgelezen is bij den man 'van smaak
de eenvoudigste dischgekruid door geurig voedsel
voor verstand en hart, die even daarom door de besten
gezocht en bezet wordt, terwijl de man, zonder smaak,
leeft als een menschcnhaterzich zeiven verveeltof
zijnen overvloed doorbrengt in het gezelschap van
menschendie weidenkenden schuwen. In één
woordde man van smaak plukt de bloemen van
vreugde, de man zonder smaak, in grove zinnelijke
lusten, de doornen, die om het meest in dit en in
een volgend leven kwetsen.
130