wanneer nog slechts een smalle sikkel verlicht is, want, zoo als vroeger gezegd is, dit is het terugge kaatste licht van de aarde, en hieraan kan in dit geval niet gedacht worden, omdat de naar de maan toegekeerde zijde der aarde bij volle maan van de zon afgekeerd en alzoo donker is. Doch de oorzaak van het bedoelde licht op de verduisterde maan, schijnt te liggen in de terugkaatsing van het licht der zon in onzen dampkring, waardoor het eene buiging on dergaat, die vooral bij den top des schaduwkegels licht genoeg overlaatom de maan zigtbaar te doen worden. Deze onderstelling wordt bevestigd door de omstandigheid, dat de maan in hare totale verduiste ringen het beste zigtbaar is, wanneer zij zich op haren versten afstand van de aarde, en dus zooveel nader aan den top des schaduwkegels bevindt. Zoodra een gedeelte der maanschijf in dezen scha- duwkegel der aarde treedt, kunnen niet alle stralen der zon er meer op vallenhoe dieper de maan in de schaduw komt. des te meer wordt van hare op pervlakte, en deze eindelijk geheel verduisterd. Maar deze verduistering neemt reeds eenen aanvang voor dat de maan in den schaduwkegel zelve komt. Wij kunnen dit den lezer niet duidelijk maken zonder eene afbeeldingdie wij daarom den belangstellenden moeten verzoekenovereenkomstig onze aanwijzing te teekenen. Op een blad papier beschrijve men, hetzij los uit de handhetzij naauwkeuriger met een LV1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 64