weg door de schaduw heeft af te leggen, is deze schaduw in doorsnede omtrent 47' boogs groot; de maan zelve heeft alsdan eene middellijn van 33'/2'. Daar nu de maan omtrent 2 minuten tijds besteedt om 1 minuut boogs aan den hemel te doorloopen heeft zij eerst 67 minuten noodig, om van de eerste raking af, geheel in de schaduw te komen, daarna 94 minuten, om de schaduw zelve geheel te door loopen, en nogmaals 67 minuten, om, na de eerste verlichting des rands geheel weder verlicht te worden; alzoo te zamen 228 minuten of ruim 33/. uurs, het welk dan ook de langste tijd is, dien eene maan- eklips duren kan. Zij doorloopt in dit geval de grootste doorsnede of het midden van den schaduw- kegel. Zij moet dan juist op het oogenblik van haren tegenstand met de zon in de knoop van hare loopbaan zijndit geval is zeer zeldzaam en zal in deze eeuw slechts éénmaal plaats hebben, bij de eklips van 23 Augustus 1877. Doch meestal gaat de maan in totale eklipsen een weinig boven of beneden het middelpunt van den schaduwkegel heen; zij heeft dan korteren weg in de schaduw af te leggende bezitters van onze vorige jaargangen kunnen dit bij de afbeeldingen der maan-eklipsen van 1837 nazien. Daar eene maan-eklips eene wezenlijke berooving van licht is, ziet men haar overal op gelijke wijze ,op aarde, waar de maan op dat oogenblik boven den LX.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 68