ziet men om de maan eenen helderen en vloeijend
uitloopenden lichten ring, waarschijnlijk de buitenste
dampkring der zon, die anders, wegens het felle licht
der laatste, niet kan onderscheiden worden. Ook som
mige waarnemers hebben bijzonder bij de eklips van
8 J al ij 1842, die voor vele plaatsen in Europa totaal
was, 1) op eenige plaatsen in den rand der maan
zonderlinge purperachtige lichtvlakken zien uitsteken.
Ook zijn nu en dan hooge bergspitsen geziendie
zich boven den gladden maanrand verhieven, en zijn in
de door de zonnestralen, die de aarde terugkaatste,
min of meer verlichte maanschijf de bergen met dui
delijkheid waargenomen. De beroemde waarnemer
Schröter te Lilienthalzag bij de zon—eklips van 5
September 1793 de hooge zuidelijke ringgebergten
der maan, hetgeen hij meldt, dat een uitmuntend
fraai gezigt opleverde. Sommige andere verschijnselen,
bij zon-eklipsen waargenomen, zijn door de voorstanders
van eenen dampkring om de maan aangemerkt als
bewijzen voor hunne stelling. In de eklips van 19 No
vember 1816 zag men eene zonnevlek als het ware
terugwijken voor den lichten glansdie op de zon
den maansrand voorafging; doch andere waarnemers
hebben bij de daartoe uitstekend geschikte eklips
LXIX.
1) Dezeeklips had bij ons eene grootte van 9 duim, en begou's morgens te
5 ure en 3 min. Ik heb er de eerste helft zeer goed van kunnen waarnemen,
doch werd er toen door opkomende Wolken en eene geheel betrokken lucht
die vervolgens den geheelen dag aanhield geheel en al in verhinderd.