80. eerst in den jare 1633 werd er geresolveerd het werkhuis staande bewesten de nieuwe beestenmarkt te approprieren tot eene Lalijnsche school Zoo moes ten nog eens de kloostergestichten der wetenschap eene woning aanbiedenen langs dezen weg na der- zelver ondergang beantwoorden aan het doel waartoe zij waren daargestejd dat van kweek plaatsen voor de jeugd te zijn. In dit locaal schijnt het onderwijs in de Latijn- sche taal onafgebroken gegeven te zijn, tot aan den woeligen tijd der omwentelingwaarin de school werd opgehevenom eerst na een veertig tal jaren op nieuw gevestigd te worden. Gedu rende dit tijdvak werd het gebouw dan eens bij gelegenheid der jaarmarkt2, dan weder voor lan- geren tijd verhuurd3, en waar de muzen gezeteld haddendaar sloeg de oorlog zijnen troon op toen de commissie van directie over de gewapen de burgermagt er vergaderde en beraadslaagde4, alsmede toen het besluit genomen werd eerst om er zieke militairen te plaatsen5, en later om de La- tijnsche school mede te gebruiken tot logement van troupes 6. Nadat bij koninklijk besluit van 19 oct. 1834 de hernieuwing der Latijnsche school was toege- 1. t. a. p. 14 Maart 1C33. 2. t. a. p. 7 Aug. 1797. 3. t. a. p. 19 Juni). 1802. 4. t. a. p. 30 Dec. 1797. 5. t. a. p. 26 Julij 1798. 6. t. a. p. 27 Aug. van hetz. jaar.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 106