83. lmnne gedane diensten'. Maar buiten twijfel zal liet den waardigen mannen immer eene genoeg zame belooning geweest zijn en ook nu nog zulks zijn, de overtuiging van geheel belangeloos mede te werken aan den bloei eener inrigting, die tot de nuttige in de stad hunner inwoning behoort. llun getal was geheel afhankelijk van den meer deren of minderen bloei der school. In de eerste jaren waarvan de stedelijke notulen melding ma ken, schijnt het onderwijs alleen aan eenen rector toevertrouwd geweest te zijn. Later worden er ook conrectoren vermeld2; ja! er is een tijd ge weest dat men vermits den aanwas der discipelen eenen derden meester in de Latijnsche school noo- dig keurde3. Behalve dit meer gewone personeel der schoolwerd althans eene enkele maaleen meesterzekere j. a. la rüe aangesteld om de discipels in de Latynsche school drie malen 's weeks te instrueren in schrijven, cijferen4. Allen werden door de stedelijke regering en niet voor geheel hun levenmaar nu eens voor één 0. LEERAREN DER SCHOOL. 1. t. a. p. 5 Mei van het genoemde jaar. 2. Wij vonden het eerst melding van hen gemaakt t. a„ p. 5 April 1G33. 3. t. a. p. 13 Maart 1647 en 22 Junij 1667. 4. t. a. p. 15 Julij 1775.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 109