86. ■van het jaar 1592 als rector aangenomen1. Die benoeming, \oor twee jaren geschied, werd in het volgende jaar voor twee andere jaren 2 en in 1594 voor nog één jaar vernieuwd3. Zal dus meijeros iu 1593 te Goes rector geweest zijn, dan zal men moeten aannemen, dat de regering zich aan hare overeenkomst niet gehouden hebbeen boven dien dat MEIJERUS slechts gedurende enkele we ken dat ambt bekleed hebbe. De opvolger van van dek venne was charles matthieu van wien ons niets anders bekend is dan dat hij in het jaar 1595 benoemd werd4. Of schoon wij vóór het jaar 1612 van gecne andere rectoren gewag gemaakt vinden, zoo is het niet te min onzekerol matthieu wel tot aan dat jaar rector gebleven zij. Mogt dit het geval geweest zijn, dan is het vreemd, dat de stedelijke notulen geen enkel woord spreken van de vernieuwing der overeenkomst., die ook met hem oorspronkelijk voor twee jaren getroffen was. In het gezegde jaar 1612 werd het rectoraat aan samuel notiiaeus opgedragen. Zijne handtee- kening is de eerste in het boekje dat werd aan gelegd om den schoolonderwijzers de gelegenheid 1. Zie de Kleine Notulen April 1592. 2 t. a. p. 13 Juni) van het genoemde jaar. 3. t. o. p. 29 Julij 1594. 4. t. a. p. 10 Sept. 1595.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 112