in de gliemeynte jesu chiiisti binnen der stede Goes1 het 0BUT naast zijnen naam geschreven is. in zijne plaats werd ma neus notiiaeus tot rector aan genomen2. Niet in Holland, zoo als vrolikhert verzekert3, maar in Gelderland was hij te voren predikant geweest. In den jare 1015 was hij ja cobus bontebal te Ophemert opgevolgd; driejaren later deelde hij het lot van zijnen voorganger, daar hij als deze om zijne gevoelens uit zijne dienst ontslagen werd. Uit het getuigenis latei- door de klassikale vergadering van Bommel aan die van Rotterdam gegeven blijktdat hij zulks alleen aan zijne overeenstemming met de bekende vijf artikelen der Remonstranten te wijten had 4. Na zijne verwijdering uit de dienst zette hij zich te Tiel neder, en zich geschaard hebbende bij hun, die de acte van stilstand onderteekend hadden hield hij zich daar met het onderwijs der jeugd onledig. Daar hij echter de openbare godsdienst oefeningen niet bijwoondewerd hem van wege het stedelijk bestuur het geven van onderwijs ver boden en bij zijne volharding in deze nalatigheid de stad ontzegd. Hier over misnoegd, herriep hij 1. Ook deze lijst is in het genoemde archief te vinden. 2. Zie de Kleine Notulen Mei-Julij 1628. 3. t. a. p. 4. Zie de handelingen der Classis van Bommel21 Sep tember 1624.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 114