90. Is deze bisschop dezelfde die vroeger en latei- te Vere in de Latijnsche taal onderwijs gaf', dan was hij in zijn vak verre van onervaren maar tevens heftig van karakter en in het godsdien stige een volgeling van loyola tot dat hij ver dacht van ketterijzijne redding zocht in de vlugt. Of hij echter van toen afaan het Jeznie- tisme geheel vaarwel gezegd hebbe wie zal het beslissen I)e geschreven handelingen van den kerkeraad te Goes werpen een, op het zachtst genomen twijfelachtig, licht over dezen man. Vol gens denzelven had hij t' synen huyse doen comen seecker persoon noch professie doende van de paap se he religie door welcken hij eetiige syner discipelen, in syn school particulierlyck in de Latynsche tael deed institueren. De vergadering beschouwde dit als ëene zaak vol gevaervan een dangercuse con sequentie ende onlydelycken meende derhalve op de verwijdering van den gemelden persoon te moeten aandringen zelfs nadat deze den schijn had aangenomen van tot de hervormde kerk te willen overgaan. Te gelijker tijd verzocht zij der regering de verhindering van hetgeen haar ter oore gekomen was, dat namelijk de Discipelen in de Latynsche School d'een of de ander historie historischer ende t' samen sprecckender wyse in de Zie vrüiikiikbt t. a. p. bi. 356, 3G1 vlg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 122