98.
lelijkste getuigschriften van Oudelande naar Goes
kwam1. Zijn onverwagt ende haastig afsterveni
deed liet rectors-ambt, dat hij gedurende vijf jaren
(171(51721) bekleed had, openvallen. Volgens
vrolikiiert werd de ledige plaats eerst in 1723 ver
vuld door de benoeming van Johannes stanislaus
de la motthe. Is deze opgave juist, dan moet zij
gedurende twee volle jaren gevaceerd hebben. Het
zelfde moet het geval geweest zijn, indien Johan
nes GEHhardüs pali danls de oumiddelijke opvolger
van la motthe geweest zij daar zij deze laatste in
1727 overleed en de eerste praeceptor te Nijme
gen eerst in 1729 beroepen werd3. paledanes
overleed in hetzelfde jaar en werd in het volgende
door caroles Conrades reitz praeceptor te Mid
delburg opgevolgd. De ruime bezoldiging die hem
werd tegestaan4doet ons vermoedendat men
op zijn bezit hoogen prijs stelde. Later toonde
men zijne bekwaamheden niet te miskennendaar
men hem onder verhooging zijner bezoldiging
tot lector historiarum et eloquentiae aanstelde®.
1. Zie de handelingen des Kerkeraads G Aug. 1707.
2. t. a. p. 10 Mei 1721. Hij stierf op den 7 Mei, en
iiad nog op den derden dier maand eene vergadering van
den kerkeraad gepresideerd.
3. Zie de Kleine Notulen 6 Junij van dat jaar.
4. t a. p. 25 Feb. 1730. 5. t. a. p. 10 Junij 1739.