99.
Maar hij was voor gewigtiger werkkring bestemd»
zoodat naauwelijks twee jaren na deze laatste be
noeming de regering zich zag genoodzaakt om
naar eenen anderen rector om te zien. Het was
JOHANNES henricus voi'EUconrector te Dordrecht,
die gekozen werd1. Zijn naam wordt in de ste
delijke Notulen niet genoemd ofschoon de stad
de kosten voor het drukken zijner oratio inaugu-
ralis op zich nam2. In den tijd, waarin vrolik-
HERT zijnen Vlissingschen Kerkhemel schreef, was
hij nog in leven en nam hij het rectoraat nog waar.
Was dit het geval nog in 1774, dan was hij het,
dien men toen drong om zijn ontslag te vragen
en wien men dit op niet ongunstige voorwaarden
verleende 3. Spoedig werd er in de vacature voor
zien waarschijnlijk door de aanstelling van rector
roosen, daar men onder dagteekening van 17 april
1775 in de stedelijke Notulen de vergunning vindt
tot de uitgave zijner oratio inauguralis op kosten
van de stad. Een jaar later werd hij onder toe
zegging van een verhoogd tractement, lector Juris
en verpligt tot openbare lessen4. Dit echter was
slechts van korten duurwordende hij in hetzelf-
7.
1. Zie vrolikiiert t. a. pl. bladz. 358.
2. Zie de kleine Notulen 17 Febr. 1742.
3. t. a,p,9 en 30 April 1774. 4. t.a.p.17 Feb. 1776.