de jaar door rector bennet vervangen'. Leze schijnt in 1781 op zijn verzoolt gedimüteerd te zijn2. Zijn opvolger was e. van dbiel die in December van het genoemde jaar zijne aanstel ling ontving en in den aanvang van het volgen de zijne betrekking'aanvaardde 5. Naderhand werd hij wel als lector historiarum et eloquentiae aange steld4, doch vijf jaren later uit die betrekking ontslagen5. Of dit ontslag hem verleend zij ten gevolge van het verval der school en of hij hare opheffing beleefd hebbekunnen wij niet verzekeren, daar de stedelijke notulen met be trekking tot ons onderwerp hier eindigen. Ook wij eindigen dit gedeelte onzer opgave nadat wij volledigheidshalve herinnerd hebben, dat na de herstelling der school tot rector benoemd werd en als zoodanig bij voorduring werkzaam is G. e. j. everts die in den jare 1835, na de verdedi ging van een Specimen exliibens annotationcs selec- tas in M. Tumi ciceronis orationem pro sulla tot doctor in de letteren bevorderd werd. Aangenaam zou het ons geweest zijnindien de bescheidendie wij konden raadplegenons in 100. 1. t.a.p., 21 Sept. verg. 25 Mei 177G. 2. t. a. p. 28 April 1781. 3. t.a.p., 1 Dec. 22 Dec. 1781 en 1 Jan. 1782. 4. t.a.p. ,13 Sept. 1783. 5. t.a.p., 24 Junij 1788.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 126