BLADVULLING.
Catimsclje St\)oo[ tc Örontvtrsljauen.
Bij geenen schrijver heb ik melding gevonden van eene
Latijnsche school te Br ouw er shaven. Zij heeft echter eeni-
gen tijd bestaan. Blijkens het kerkelijke Notulen-boek
aldaar (3 April 1G16) is omstreeks dien tijd zekere joiian-
nes adriani door den raad aangesteld tot rector der
Latijnsche scholen en organist met toezegging der op
volging van den voorlezer, ten einde zoo doende den
rector te meer te animeren om deze aanstelling aan te
nemen, dewijl men voor zeker hield, dat zijne komst
alhier veel vreugd en stichting onder de jeugd zal voort
brengen. Zulks doet aan eene eerste oprigting van het
rectoraat denken. De zaak voldeed echter niet aan de
verwachting. De rector had een zeer sober bestaan zoo
dat de regering te rade werd den kerkeraad voor te stel
len dat men hem en den gewonen schoolmeester het
voorlezers-traktement zou laten deelen. De kerkeraad liet
dit aan de classis over. Er schijat niets van gekomen te
zijn, doch de rector werd later (22 October 1617) in
plaats van den gesuspendeerden voorlezerals zoodanig
benoemd onder den naam van jan van hofkerk. De ge
schorste maakte het den rector zoo moeijelijk dat hij
moedeloos werd en zich tot de dienst der school te Steen
bergen verbond (Nol. 17Maart 1619). Later verneemt men
niets meer van deze schooldie alzoo slechts twee jaren
heeft bestaan.
n. M. C. VAN OOSTEHZEE.