118. om de aerme kinderkens wel te leerendaer som- tyts de beste verstanden onder syn soo sal uytter aelmoessen van den H. Geest voor elck arm kint, wiens ouders niet machtich en sullen wesen school- gelt te betalenden Schoelmeesters betaelt worden alle vierendeels jaers twee Stuyvers l. Ook in Zeeland werd ongeveer te dier zelfden tijde deze belangrijke aangelegenheid ter harte ge nomen waarop wij thans de aandacht vestigen willen. Het zal wel velen in Zeeland bekend zijn maar toch zullen er waarschijnlijk meerderen ge vonden worden, die het niet in die bijzonderhe den weten2, welke wij in staat gesteld zijn naauw- keurig op te geven. Wij vleijen onsdat het 1. Men vindt dit stuk bij de biemek beschrijving van 's Gravenkage D. I fol. 508. Er blijkt mede uit, dat on der de armen diegenen alleen gerekend werden die de H. Geestmeesters voor regt arm kenden en die zij alzoo aanbevalen: voorts dat zij ook zorgden, dat kindereu, die door de week werkten zondags en op heilige dagen onderwezen werden, daar zij anders liepen spelen entuy- sen [dobbelen). Eindelijk dat de geestelijkheid van den kansel de ouders moest opwekken om hunne kinderen ter school te zenden en ze bekend te maken met deze gun stige beschikking. Wij vinden dus hier de instelling van zondagsscholen. 2. Bij BüDDirtGn vonden wij hiervan geene vermelding. Hij maakt slechts met een enkel woord gewag van de Abdij school in de 12de en 13de eeuw die niet geheel zonder invloed was. I. 29.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 144