122. (idie op dat tijdstip dus reeds overleden ivaren) iedere partij in 't meerdere, dat de school kosten zou, de helft zou betalenen dat giften enz. aan de school opkomende in renten zouden aangelegd wor den. Hoogst opmerkelijk is dit een en ander. Van boxhorn noemde daarom in zijne bijvoegselen op de Chronyk van reygeiisberg d. I. bl. 175deze school te regt eene vrije school. Hij schrijft daar verder dat dezelve is gesticht in de St. Jans- strate1, voor alle arme jonckheyt2, dat aldaer deurgaens eenen bequamen schoolmeester werdt ghegageert ende onderhoudenoock vrij van huis- huyre ende brandtom alle arme inwoonders hare kinderen voor niet ende uyt caritate te leeren lezen, schrijven, reeckenen ende cijfferen midts consent hebbende van een van de regeerende gast- huysmeesterenofte van een diakendie dat nie- niet in betrokken maar veeleer uitgesloten schijnt, en dit is te opmerkelijker, wijl reeds in het jaar te voren (15G0) Middelburg tot een bisdom verheven en ine. de castdo tot bisschop aangesteld was. 1. Deze straat was dus genaamd naar de Tempelheeren of Johanniter ridders ridders van St. Jan) die al vroeg zich ook te Middelburg vestigden en in deze straat eenen tempel stichteden den It. Joannes gewijd. 2. Ilij vergist zich als hij de testamentaire dispositie op 1 Mei 1562 stelt daar het uit den fundatiebrief blijkt dat het vroeger geschied is. Yas üeüsdeiï Hist. Episc. Middelb.fol. 12 volgt hem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 148