129.
geweestvolgens van boxhorn (t. a. pl. bl. 173) tot
de wooning en stapel van de Engelsche court"
Leycester nam tijdens zijn verblijf te Middelburg,
(1587) aldaar zijn intrekwaarom het ook het hof
of hotel van leycester genaamd is. Van boxhorn
noemt het een heerlijk en schoon gestichtzeer wel
van kamerenkantoren en andere vertrekken voor
zien. Later is het als pakhuis, kantoor en verga
deringsplaats in gebruik geweest bij de West-
Indische Compagnie, waarom het nog heden dik
wijls de West-Indische Kamer genoemd wordten
waardoor men alzoo eene voor Middelburg glorieuse
memorie bewaart. In 1808, toen het helaas! voor
den handel vruchteloos open stond, diende het
den Engelschenals of die er nog altijd betrek
king op hieldentot casernewaarbij het ons
niet lust eenige vergelijking te maken. Doch men
ziet hieruitdat het gebouw in stand gehouden is
telkens eene nieuwe bestemming kreeg en te stade
als ook zijn naam schijnt te kennen te geven. Iteeds in
de lGde eeuw hadden zich vooral tot het drijven van den
lakenhandel te Middelburg Engelschen gevestigd. Zij
voerden namelijk hun laken ongeverwd in en het werd
te Middelburg bereid en geverwd waardoor aldaar de
stapelplaats der Engelsche lakens was van waar dezelve
naar het buitenland en zelfs weer naar Engeland werden
vervoerd. Eene maatschappij van kooplieden, avonturiers
genoemd dreef dezen handel en had natuurlijk hiervoor
magazijnen noodig (men verg. wacexaar IX. 317. x. 105,
10G). Welligt is dit gebouw hiertoe gesticht.