name elders. Die behoefte was echter ligter gevoeld dan bevredigd. Sommigenvrij wat bevoegder dan ik waren volkomen bereid tot medewerking maar zagen de bezorging liefst niet van zich uitgaan. An deren waren van oordeeldal ikdie door mijn twaalfjarig Redacteurschap van den Zeeuwschen Volks-Almanak geacht iverdeenige routine in deze soort van uitgave te hebbenmij ook wel kon laten vinden tot het openen van eene nieuwe bewaarplaats van mengelingen voor Zeeuwsche geschiedenis en let teren. t Is waarik had Zeeland met der woon verlaten maar over de Meijerijsche heiden was mij geene verkoeling mijner genegenheid voor Zee land toegewaaiden het opgraven van urnen uit Germaansche kerkhoven in Noord-Braband liad mijne belangstelling in de Zeeuwsche oudheden niet ver minderd zelfs ismag ik het zeggenmijne be hoefte toegenomen aan letterkundige gemeenschaps oefening met een gewestwaar ik het grootste ge deelte van mijn leven heb doorgebragt. Zoo nam ik dan dezen arbeid op mijbegrijpende evenwel den Almanakvorm, en het daaruit voortvloeijende geven van stukjes van allerlei inhoud en van kost voor allerlei monden" te moeten verlaten, en mij uitslui tend tot het Zeeuwsche te moeten bepalenmet in- VII.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 15