136. geboren isen de bedenking geldt zoo weinig tc h gen het onderwijs dat men met volle regt kan ti bewerendat dit verschijnselbij verwaarloozin» v van het onderwijs der armen nog veel algemee ner en hoogst schrikbarend zou zijnja reeds r eene heillooze verwoesting zou hebben voortge d bragt. Nu is daardoor veel kwaad gestuit, hel welk reeds niet gering te achten is, en onder ds c mindere standen is over het algemeen die goedt i gezindheid aangekweekt en behoudenwaardooi i de hoop op gunstiger omstandigheden geen her t senschim is. Voere men er tegen in, dat nij verheid spaarzaamheid en meer ander goeds bij velen niet gevonden wordendes te meer moei hierop door het onderwijs gewerkt worden. Zie! men ook, dat al dat onderwijs bij sommigen vruchteloos isdat ook bij welonderwezenen veel onzedelijkheid bestaat, ja dat kennis bij velen eet middel tot kwaad isdat alzoo zelfs meer alge meen verspreid wordt, waarop kwaadwilligen spe culeren wie zal beweren dat een geheel onkundige hoop niet zoo ligt kan worden meêgesleept, of dat het kwaad minder zou zijn bij meerder of volsla gen onkunde onder de mindere standen? Die het beweerde zou de ervaring van vroegere eeuwen geweld aandoenvergetenwaarom men tot be hartiging van het volks-onderwijs gekomen is en het steeds bevorderde. De gevangenissen zouden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 162