146.
gen den hoogen weg, thans Monnikendijk geheeten 1
welke den westelijken grens tegen Kloetingen uit 1
maakt-eene hooggelegene hoevehekend ondei 1
den naam van het Monnikenhof. Tegen over dc
zelve maken de grenzen der heerlijkheid eenei 1
zonderlingen sprong naar het oosten heen, waar 1
door eene soort van zak ontstaathoedanige hij
het achtervolgens afdammen van eenen stroom,
natuurlijk overal worden aangetroffen. Wij zien,
er uit, dat door dezen zijtak Wemeldingen eens ge] 1
heel en al van Bewesten Yerseke moet zijn afge- 1
scheiden geweesten de stroom zich op de hoogte
van Beurloo moet hebben vereenigd met de Ooster
schelde.
Uit den vorm van het grondgebiedmaken wij
dus op dat de heerlijkheid van Kattendijke van
jongere dagteekening is, dan de naburige gronden;
en even als die van Zwake haar bestaan te danken
heeft aan het verlanden van een stroom. Deze
vermoedens worden versterkt door hare benaming
Kattendijke, welke wij houden voor gelijkluidend
met Katsendijkin den zin vanbedijking der
heeren van Kats. Zij worden eindelijk tot zeker
heid gebragtdoor hetgeen wij van elders weten.
Wcmeldinge lag trouwens eenmaal op zich zeiven
en had tot op het einde der xvt eeuwom zoo
te zeggen een' eigen dijksbeheer. De dijkgraven
van het Brccde heetten toch, zelfs in 1596 nog: