147. Dijkgraven van de watering bewesten Yerseke en van Wmeldingenterwijl de Wichvliet of Wyfflict eene havenplaats aanwees, aan welke graafwillfji nog den 8 Nov. 1406 tolvrijheid gaf in zijne landen van Holland en Zeeland. Zij was evenwel eene eeuw vroeger ook reeds bekendwant vader stoke schreef B. X. 980 van graaf willem iii en zijn ge volg, si ginghen te Wichvliet an." Overigens wijzen de lage gronden en kreekspranken nog ge noegzaam aan waar de beddingen van die stroo- men oudtijds gevonden werden. Vraagt men nu evenwel verder wanneer en door wien die stroo men zijn afgedamd geworden dan moet ik belij den dat ik het niet weet. Alles wat ik er van kan zeggen is, dat er sedert minstens zes eeuwen zijn voorbijgedreven. Het bewijs hiervoor is ge makkelijk te geven. De graaf had in 1310 van St. Pieter te Utrecht de tienden en het patronaat- regt in Zeeland voor zooveel het hun toekwam ingeruild tegen andere bezittingen en regtenen vervolgens met de tiendenhoudende leenmannen eene overeenkomst geslotenten gevolge van welke de ambachfsheerenbij ontstaande vacaturedo presentatie van een' nieuwen priester werd toege kend. Nu presenteerden de erfgenamen van Kattcn- dijke, in 1327, aan den graaf de kerk van Katten- dijke, die opengevallen was. Deze kerk dagteekent dus reeds minstens vijf eeuwen en kan nog vrij 10.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 173