153. ze munt 'sjaars. Die jaarcijns nu schijnt vrij lang in stand te zijn beleven. Zij werd echter den 14 Maart 1477 van Maxisiiliaan en maria geheel afgekocht voor eene som van f 7000 in eens Zóó was dus Krabbendijke met zijne appendentien een zeer belangrijk en regt baatgevend goed ge wordenwant uit den brief van koning willem, van 12 December 1248', leidde men af, en kei zer kakel bevestigde ten overvloede die afleiding „og op den 10 Julij 1523verklarendedat Krabbendijke en Monsterkoek met al heure depen- dentien vrij waren van alle tolrecht, schot, bede ende andere impositien, hoedanig die waren ofte hoemense soude noemen mogen2." Na deze laatste verklaring schijnt Monsterkoek dan ook meer op z'ichzelve te hebben gestaanen door bijzondere proosten beheerd te zijn geworden. Wij vinden trouwens in de kerk» van Kattendijke welke in 1768ten gevolge van haren bouwval ligheid, gedeeltelijk werd afgebroken en overigens van een' nieuwen kap voorzien, nog een graf zerk bewaard, welke voorheen te midden van eene kapel lagdie ten noorden tegen het koor doch van hetzelve afgezonderd bij de kerk was gebouwd. Er staat op te lezen in den rand 1. Te vinden bij de op blz. 15t in de noot aangehaalden. 2. Ersieeixs t. a. pl.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 179