den aard van het medegedeelde. Van de eerste ru
briek behoef ik niets te zeggen. De tweede zal men
hier wel regt op hare plaats vinden; en wanneer in
't vervolg de oorspronkelijke stukkendie we mede-
deelenzulke scherpzinnige opmerkers vindenals
ons geleerd medelid dresselhuis voor het oudste
voorhandene Zeeuwsche stuk zich getoond heeft, dan
heb ik geene vreesdat iemand het voor eene nutte-
looze moeite zal verklarenzulke oude perkamenten
en papieren uit stof en schimmel voor den dag te
halen. De brieven en vragen rekende onze door
knede tweede Voorzitter Mr. s. DE WIND een paar
noodzakelijke rubrieken. Ik dank nog zijnen raad,
gelijk zijne medewerking. Meer moeite zou misschien
zijn gedaanom meer brieven mede te deelenivare
de korf toen niet reeds zoo voorzien geweest met
vruchten. En wat de vragen aangaat: ik stel een
volgend Deeltje open voor de beantwoordingen lioop
niet, dat iemand van ons, vragers, zegge, dat één
gek meer kan vragendan zeven wijzen beantwoor
den. Ten minste tegen de qualificatic neem ik de
vrijheidook namens mijne letterkundige vrienden
ernstig te protesteren. De kleine mededeelingen heb
ik niet het minst geplaatst met het doelom tot
meerdere medewerking uit te lokken. Alligt vindt
IX.