167.
4°. Aan dezelfde, opschrift: deae mehalenniae m
HITARINUS TRIMUS EX VOTO SVSCEPTO E M. (Bij
Small, no. 17. Z. Gen. pi. XIII no. 23.)
5". De (zoogenaamde) drieYOudige Nehalenniaal
thans YYaar Nehalennia tusschen twee andere
vrouwen zitVan het onderschrift is weinig
meer te lezen dan neihaeen (Niet hij Smal-
legangemaar door Gargon in zijne Walcher-
sche Arcadia schoon gebrekkig medegedeeld.
L. Gen. pl.X no. 20.) En
6". Aan Nehalennia, opschrift: deae nehaeenniae
IANUARINIUS AMBACTUIUS PRO SE ET SUIS. V. R. L. M.
(Vermeld bij Smallegange op bl. 674& zijner
Kronijk. Z. Gen. pi. XIV no. 26 1.
De aan Neptunus gewijde steen staat nog in
de ruïne van den toren; de 5 overige zijn thans
in bewaring ten huize van den heer kesteeoo.
Behalve deze altaarsteenen is nog bewaard ge
bleven een stuk zijnde de voeten wan het schoone
beeld der overwinning (Z. Gen. pi. Ill no. 6), dat
op het kapiteel van eenen vierkanten pilaster ge
plaatst en met een ketting aan den muur gehecht
was, Van alle andere stukken en brokken valt
weinig te zeggendan dat alleswaaraan slechts
nog cenig beeldwerk of sieraad te zien is zorgvul-
(1. Van dezen steen zoo als liij zich voor de verwoes
ting vertoonde, vindt men eene naauwkeurige afbeeld.ng
als titelvignet hier voren.