170 Ongeveer op gelijke wijze is het ten aanzien van pieter Jansen backer, van wien te water' zegtHij wordt nergens uitdrukkelijk predikant van Brouwershaven genoemd, maar de woorden dei synode van Goes, gehouden in het jaar 1597, schijnen daer henen te leiden." Namelijk 2; «Aan gaande het stuk van Schouwen van de ongeregtig- heid, gecommitteerd bij pieter jansen backer binnen Br omvershavenin 't schandelijk lasteren van de leere des II. Euangeliums is gere solveerd" enz. Deze backer was als predikant beroepen en vertrokken naar Lopikzonder die vhn Brouwershaven door behoorlijke schuldbeken tenis en wederroeping van zijne dwalingen voldaan te hebben." Uit de kerkeraadshandelingen3 blijkt weder volstrekt niet, dat deze man (van wiens gevoelens niets bepaalds gemeld wordt) op de lijst der Brouwershavensche predikanten zou behooren. Wel, dat hij er groote verwarring aanriglte; dat ds. joh. taijüs uit naam des kerkeraads naar Utrecht gereisd isom die van Lopik te waarschuwen dat deze met dankzegging op zich namen te zor gen, dat backer niet tot de heilige bediening zou toegelaten wordendat deze in de consistorie te Brouwershaven is verschenen, in presentie van 1. t. a. pl. Bladz. 237. 2. Bijlagen, Bladz. 8G. 3. 10 en 23 Maart 159626 April ,3,6,10 Mei 1598.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 202