187. weinig gewigt aan de christelijke feestdagendie men voor een overblijfsel van Paapsche superstitie hield, gehecht werd, zoodat het zelfs min of meer bij oogluiking wasdat over de gebeurtenis van het feest gepredikt werd. Het vaststellen van het Avondmaalhoe onvoegzaam b. v. op Kersmis was er nog lang daarna een overblijfsel vanen de Hemelvaartsdagbenevens de tweede Paasch- en Pinksterdagen hebben zich in Zeeland nooit (reheel van den arbeid kunnen ontslaan. Yan den goeden Vrijdag spreek ik nietomdat die van la tere dagteekening is en van de Kersdagen niet omdat dan in eene landbouwende provincie geen arbeid bestaat. Met betrekking tot de voorlezing der H. Schrift bij de openbare godsdienstvond ik nog 1 aan- geteekenddat bij suspensie van den voorlezer diens dienst is waargenomen door eenen van de predikanten. Reeds vroeger had in een soortge lijk geval de toen nog eenige predikant dit werk mede zelf verrigt 2. Bij de strenge begrippendie de hervormde kerk in lateren tijd heeft ontwikkeld nopens de heilig heid van den zondag, waarop, inzonderheid dooi de partij der Voetianennagenoeg de volle streng- 1. Hand. 1 October 1609. Zie ook 28 Augustus 1611. 2. 1 April 1607.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 213