193. trent het bestuur betoondedau de eerste. En als wij eenige stalen van deze wettige of aange matigde inmenging bijbrengendoen wij zulks niet geheel zonder het oog te hebben op de prij- zers van den goeden ouden tijddie zich bitter beklagen over den invloeddien naar hunne mee ning de staat thans op de kerk uitoefent ten na- deele der vrijheid van de laatste. Boven is reeds gezegd tot welke spanning de beroeping van eenen tweeden predikant aanleiding gaf. Het zou ver velend zijnalles te vermelden wat te dier zake is voorgevallen. Het bewijst intusschendat de regering deze zaak bijna geheel aan zich wilde trekkenten minste zij meende in haar goed regt te zijn met al de radendie van de gemeente warenmet den kerkeraad in contact te stellen ten einde de beroeping te doen1waarbij de laatste zeker weinig zou hebben te zeggen gehad. Toen in den jare 1634 het eiland Schouwen geteisterd werd door onderscheidene dijkvallen en grond braken werd de classis te rade de overheden in de steden en dorpen 2 te verzoekeneenen vast en bededag te publicerenten einde den hemel te smeeken om afwending van deze ramp. Dit 1. Hand. 19 Augustus 1608. 2. Door middel van de keikeraden gelijk zoo aanstonds blijken zal.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 219