194. verzoek werd ook door den kerkeraad van Brou wershaven bij den magistraat gedaanhetwelk de ze weigerde Meer nogthans greep in het kerke lijke dat 2 eenige jaren later de magistraat aan den voorlezer deed aanzeggendat hij niet mogt beginnen te lezen voor na het laatste gelui. De kerkeraad gelastte hem van zijne zijdedat hij er mede zou aanvangen tusschen het tweede en der de geluien bragt den magistraat vriendelijk onder het oogdat dit eene zaak was van het departe ment van den kerkeraad en niet van den magi- straat. De laatste gaf nogthans op nieuw tegen bevel waarop de kerkeraad de zaak onder pro- testatie haren gang liet gaan 3. De zoo even aan gehaalde notulen bewijzen dat de magistraat zich destijds nog meer_ oppermagt in zaken van zuiver kerkdijken aard aanmatigde. De kerkeraad had vastgestelddat de voorbereidings-predikatie in plaats van des zaturdags, voorlaan des vrijdags zou plaats hebben. Maar de magistraat besloot, dit niet te zullen gedoogen. Van verzet of volhou den des kerkeraads verneemt men niets. Nog iets: in het jaar 1970 was de betrekking van voorle- zei altijd verbonden met die van schoolmeester, vacant. De regering stelde zekeren H. van bemmel 1. Hand. 28 Januarij 1634. 2. Hand. 29 November 1643, 3. Hand. 6 December 1643. te

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1849 | | pagina 220